Echt vroeg zijn ze er niet bij, een clubje van ex-werknemers van Skype. Maar de ambities zijn groot: met Wire gaan ze het gevecht aan razend populaire berichtendiensten zoals Whatsapp, WecChat, Snapchat, TangoMe en Kik.

Alsof het nog niet druk genoeg is op de markt voor babbel- en fotodiensten waarmee je op smartphones in clubjes berichten kunt uitwisselen. Een team van ex-werknemers van Skype, de berichtendienst die voor 8,5 miljard dollar werd gekocht door Microsoft, wil zich profileren met een nieuwe app, Wire.

Daar is sinds 2012 hard aan gewerkt en sinds woensdag is Wire beschikbaar in de appstores van Apple en Android.

Wire is aan de late kant, zou je kunnen zeggen, want de afgelopen jaren is het erg druk geworden op de markt voor berichtendiensten.  Een Partij als Snapchat zijn razendsnel opgekomen en begin dit jaar maakte Facebook een grote klapper met de overname van Whatsapp voor liefst 19 miljard dollar.

Wire, nieuwe berichtendienst

Wat heeft Wire te zoeken op deze markt, waar veel grote spelers met heel veel geld actief zijn? Topman Jonathan Christensen, erkent tegenover zakenkrant The Wall Street Journal dat er geen plaats is voor een “ik-ook”-product.

Maar volgens Christensen heeft Wire unieke mogelijkheden, waar het bedrijf in stilte met inmiddels 60 werknemers aan heeft gewerkt. In  het team zitten onder meer Priidu Zilmer, één van de eerste ontwerpers van Skype en technisch ontwerper Koen Vos.

Christensen presenteert Wire tegenover de WSJ als meer dan een berichtendienst, een "modern communicatienetwerk".  Maar heel veel inhoudelijke details geeft hij niet. Ook wil Christensen weinig kwijt over de financiering van Wire.

Niet één beheerder

Net als bij andere diensten kun je met Wire contacten van je telefoonlijst importeren en groepen vormen. ook zijn er geïntegreerde geluids- en videodiensten.

Belangrijk onderscheidend kenmerk is volgens Christensen dat er niet één beheerder is per groep die bepaalt wie wel en niet mag meedoen. Elke gebruiker kan een andere gebruiker naar keuze uit de groep gooien. Volgens Christensen werkt dat efficiënter.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl